Het is voor het eerst in Nederland dat er een speciaal kampioenschap is voor jonge, talentvolle springpony’s: het Dutch Pony Championship. Voor de pony’s is er één wedstrijd, de finale. Eerder al las je hoe je je jonge dressuurpony kunt voorbereiden; in dit artikel gaan we in op het klaarmaken van je vier-, vijf- of zesjarige springpony. Dat doen we samen met springruiter Mart IJland.

Mart is sinds 2020 actief bij de paarden, maar tot die tijd stond hij meerdere keren op het podium bij de pony’s, op de Hippiade, indoor kampioenschappen, bij internationale Grote Prijzen en op Nations Cup-wedstrijden. Zijn toppony’s waren Fantasia, Fame en Invisible E van het Juxschot. De 17-jarige Mart kiest na vorig jaar Havo-examen te hebben gedaan voor een carrière in de sport, en doet momenteel ervaring op bij Stal Van Geel/Schöder.

Rust en vertrouwen
“De allereerste fase, van het zadelmak maken en de eerste weken met een ruiter, heb ik nooit voor mijn rekening genomen. Maar een jonge pony die pas onder het zadel is, moet eerst leren op eigen benen te lopen, en op de hulpen van de ruiter te reageren. Het is daarbij van belang dat je de rust bewaart, en het vertrouwen van je pony krijgt. Het is best lastig om bij een pony die heel veel aanbiedt, toch de tijd te nemen voor de basis. Als die niet voor elkaar is, dan kom je vroeg of laat toch in de knoop.”

Dressuur is de basis
“Net als bij dressuur is de basis het allerbelangrijkste. Voorwaarts is voorwaarts, terug is terug. Je pony raakt vertrouwd met de hulpen. Een echte springpony zal waarschijnlijk in no time veel balans in de galop laten zien, en dan kun je al snel een sprongetje maken. Natuurlijk begin je met een laag kruisje, dat heeft ook weer alles te maken met dat vertrouwen, het is voor een pony toch heel anders om met een ruiter op z’n rug te springen dan wanneer hij geen gewicht op zijn rug heeft.”

Niet te snel te hoog
“De ponytijd is maar kort, omdat je als ruiter nu eenmaal langer wordt, en in de tijd samen met je (jonge) pony wil je daar optimaal van profiteren. Dat kan in het nadeel zijn voor zo’n pony, zeker als die veel aanbiedt. De kans dat je dan te snel te hoog gaat, ligt op de loer. Ga je te snel en het gaat mis, dan moet je drie stappen terug. Het is beter om met een jonge pony langer in het L te blijven en hem daar goed voor elkaar te hebben, dan dat hij overbluft raakt als hij hoger moet springen.”

Veel ervaring opdoen in het L

“Kwaliteitsvolle pony’s zijn vaak heel voorzichtig en zijn sneller beledigd. Gaat het dan een keertje mis, dan vergeet hij dat niet. Dan komt dat vertrouwen weer om de hoek kijken. Neem de tijd om een combinatie te worden. Heb je heel veel fijne rondjes in het L gedraaid met je jonge pony, dan is die paar gaatjes hoger later ook geen probleem. Beter te lang rondgereden in het L, zodat je pony lekker veel gezien heeft, dan dat je hem overvraagd.”

Balkjes
“Springen is fysiek best belastend voor je pony, dus houd het simpel. Laat je pony mooi op eigen benen lopen. Balkjes lopen is ook heel nuttig en minder belastend voor de nog in ontwikkeling zijnde banden en spieren. Door te spelen met afstanden tussen de balken, krijgt je pony nog meer balans en wordt hij handig. Bovendien is het goed voor de controle en rijdbaarheid. En natuurlijk voor de afwisseling. Je blijft uiteraard ook ‘gewoon’ dressuur rijden en gaat eens lekker naar buiten met je pony.”

Luisteren naar je pony
“Het is belangrijk om te luisteren naar je pony, en niet af te gaan op wat ‘moet’ of ‘hoort’. Je moet niet denken ‘Hij is vijf jaar, dus hij moet zus of zo lopen/springen’. Elke pony is anders en daar moet je rekening mee houden, er is niet één planning die bij elke pony past. Van eens op pad gaan, groeit jullie band en vertrouwen. Blijf niet alleen thuis trainen, maar pak eens een oefenwedstrijdje of parcoursje mee.”

Oefenparcours
Zodra je een ‘stuur’ hebt, kun je een parcoursje gaan springen. Niet iedereen heeft de gelegenheid om thuis meerdere, verschillende hindernissen op te bouwen. En bovendien: het is goed dat je pony op vreemd terrein komt en ook in zo’n situatie op jou vertrouwt. Het is ook goed voor jullie band, en voor je eigen ervaring en vertrouwen. Luister weer naar je pony en naar jezelf: het is maar oefenen, laat je pony kijken, het geeft niet als hij een keer weigert, doe desnoods de hindernis wat lager zodat je met een goed gevoel terug naar huis gaat. En een heel parcours in één keer, dat is ook niet nodig; het is helemaal afhankelijk van hoe het gaat.”